top of page

Gezonde Voeding

 

Het klinkt vast niet gek in de oren dat de mens dagelijks voeding nodig heeft. Er zijn verschillende redenen waarom voeding onze primaire levensbehoefte is. Voeding is noodzakelijk om zowel geestelijk en lichamelijk goed te kunnen functioneren. Ook is het nodig om ziektes te voorkomen. De eerste stap van de genoemde redenen is gezonde voeding.  
In elke soort voeding zitten voedingsstoffen. Het verschilt wel per voedselmiddel in wat voor voedingsstoffenhet bevat. In het onderstaande schema is te zien waaruit voedingsstoffen bestaan. 

Afbeelding: zelf gemaakt. (Woudsma, 2014)

Eiwitten

Er bestaan drie verschillende soorten eiwitten: dierlijke (rund- en varkensvlees), plantaardige (tarwegluten) en bacteriële (enzymen van bacterieflora in de darm). Eiwitten bevatten calorieën en aminozuren. Calorieën zijn nodig om dagelijks te kunnen functioneren, het bevat namelijk energie. Aminozuren zijn essentieel voor het bouwen voor het eiwit in lichaamscellen. De functie van eiwitten zijn om cellen op te bouwen of ze te vernieuwen. Een andere functie is om stoffen te vervoeren in bloed en in cellen. Eiwitten kunnen ook omgezet worden in glucose.

(voedingscentrum, z.d.)

 

Koolhydraten

Koolhydraten zijn voedingsstoffen die energie leveren aan het lichaam, net als eiwitten en vetten. Ze zitten vooral in graanproducten zoals brood, rijst en pasta, maar ook in aardappelen  en peulvruchten. Gezonde keuzes zijn koolhydraatbronnen die veel voedingsvezels bevatten zoals volkorenbrood, zilvervliesrijst en peulvruchten. 

Als je te veel koolhydraten eet, kan het zo zijn dat je te weinig eiwitten of vetten eet. Dat wil zeggen dat meer dan 70% van de calorieën uit koolhydraten komt. Dat is niet goed voor de gezondheid. Als je te weinig koolhydraten eet kan dat betekenen dat je niet genoeg van alle gezonde voedingsstoffen, zoals vitamines, mineralen en vezels binnenkrijgt. 

Koolhydraten worden ook wel suikers of sachariden genoemd. 

Vooral voor de hersenen en rode bloedcellen zijn koolhydraten erg belangrijk. De hersenen kunnen zelfs niet zonder glucose, een soort koolhydraat. 

We hebben dagelijks minimaal een bepaalde hoeveelheid koolhydraten nodig. Als je te weinig koolhydraten binnenkrijgt, gebruikt het lichaam spiereiwit als energiebron. Dat wil je voorkomen, want dat gaat ten koste van je spieren. 

(voedingscentrum, z.d.)

 

Water

Aangezien het vrouwelijk lichaam uit gemiddeld 52% en een mannelijk lichaam uit gemiddeld 63% uit water bestaat, moet het lichaam goed van vocht worden voorzien. Niet alleen daarom, ook omdat vocht belangrijk is bij de opname van voedingsstoffen in de darm en het regelen van de lichaamstemperatuur. 
(voedingscentrum, z.d.)

Vetten

Net als koolhydraten zorgen ook vetten voor energie. Het is een bron van energie, vitamine A, D en E en essentiële vetzuren. Bij overtollig vet gaat je lichaam het opslaan als een reserve. Dit wil je natuurlijk voorkomen. Het is daarom van belang om in beperkte mate vetten binnen te krijgen. En bij een gezond eetpatroon komt tussen de 20 en 40% van de energie uit vet. Vetten kun je verdelen in verzadigde (ongunstig) vetten en onverzadigde (gunstig) vetten. 

Om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen, is het van belang te kiezen voor producten met zo in mogelijk verzagigd vet en geen of weinig transvet.

Verzadigd vet komt zowel voor in dierlijke als plantaardige producten. Wel bevatten dierlijke producten (vlees, melkproducten, kaas) meestal meer verzadigd vet dan plantaardige producten (olie, noten). 
Verzadigd vet heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte in het bloed. Verzadigd vet verhoogt namelijk het slechte LDL-cholesterol en daarmee het risico op hart- en vaatziekten. 

Eten hoeft geen verzadigd vet op te leveren. Het lichaam kan namelijk zelf verzadigde vetzuren aanmaken, bijvoorbeeld uit suikers en andere vetten. Verzadigd vet heeft het lichaam niet nodig als voedingsstof, maar het lichaam maakt verzadigd vet aan als energiereserve of bescherming van de organen. 

Eten bevat echter altijd verzadigd vet: het is onmogelijk om géén verzadigd vet binnen te krijgen. 
Maar om zo min mogelijk verzadigd vet binnen te krijgen kan gekozen worden voor minder vette producten zoals magere zuivel en mager vlees en wanneer men niet te veel
chocolade, koek, gebak, snacks en zoutjes worden gegeten.

 

Onverzadigd vet staat dat bekend staat om de gunstige gezondheidseffecten. Onverzadigd vet heeft een gunstig effect op het cholesterolgehalte in het bloed. Het verhoogt het "goede" HDL-cholesterol en verlaagt het "slechte" LDL-cholesterol. Op die manier beschermt onverzadigd vet tegen hart- en vaatziekten. Vet dat zacht of vloeibaar is bij kamertemperatuur bevat relatief veel onverzadigd vet. Omega-3-vetzuren en omega-6-vetzuren zijn voorbeelden van onverzadigd vetzuren.

(voedingscentrum, z.d.)

 

Mineralen

Mineralen zijn, net als vitamines, stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken. Ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid en een normale groei en ontwikkeling. Het zijn geen brandstoffen.

De meeste mineralen krijg je binnen via eten en drinken. In Nederland komen mineralen-tekorten bijna niet voor. Maar er zijn wel groepen waarbij de voorziening van bepaalde mineralen extra aandacht vraagt, zoals ijzer bij vrouwen die veel bloed verliezen tijdens de menstruatie, jongeren, zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven. Dit geldt ook voor personen die weinig of geen dierlijke producten, zoals vegetariërs en veganisten. 
Voor mensen die afvallen, of langdurig medicijnen gebruiken, kan aanvulling met mineralen/spoorelementen wenselijk zijn. 

​(voedingscentrum, z.d.)

 

Vitamines

Vitamines zijn stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken, net als mineralen. Ook vitamen leveren geen energie aan het lichaam.
Ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid en normale groei en ontwikkeling.

 

Dat kan variëren van enkele microgrammen tot tientallen milligrammen. Het lichaam kan zelf geen vitamines maken, behalve kleine hoeveel-heden vitamine k in de darm. Ook kan het lichaam bepaalde voorlopers van vitamines uit de voeding, zoals de provitamine A carotenoïden en provitamine D omzetten in respectievelijk-vitamine A en D. In geval van vitamine D gebeurt dat in de huid onder invloed van zonlicht. Deze hoeveelheden zijn echter niet voor iedereen, en onder alle omstandigheden voldoende. 
​(voedingscentrum, z.d.)

 

Vezels

Voedingsvezels leveren geen voedingsstoffen aan het lichaam en kunnen niet verteerd worden in de dunne darm. Ze zijn wel belangrijk voor een goede darmwerking. Ze dragen bij aan het verzadigingsgevoel en daarmee aan het behoud van een gezond gewicht. Sommige vezels hebben een gunstig effect op het cholesterolgehalte, en verlagen daarmee het risico op hart- en vaatziekten. 
​(voedingscentrum, z.d.)

Gevarieerd eten.

Iedereen heeft wel eens gehoord over de schijf van 5. Waar vele zich echter niet bewust van zijn is dat deze schijf een ontzettend handig hulpmiddel is om gevarieerde en gezonde voeding binnen te krijgen. Door elke dag iets te eten uit elk vak heb je de grootste kans dat je alle voedingstoffen binnen krijgt.

 

De 5 regels van de schijf van 5

  • Eet gevarieerd

  • Eet niet te veel en blijf bewegen

  • Eet minder verzadigd vet

  • Eet veel groente, fruit en brood

  • Eet veilig (let op met bacteriën en voedsel waarvan je niet zeker bent of het rein is.

(voedingscentrum, z.d.)

Vak 1: Groente en fruit.

Dit vak omvat alle soorten groente en fruit: vers, uit pot en blik, uit de diepvries of als bewerkt product, zoals puree of smoothie. Het dagelijks eten van deze producten helpt je om onmisbare voedingsstoffen binnen te krijgen, zoals vitamine C, vitamine A, foliumzuur, vezels en kalium. Ook verklein je het risico op hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker. Groente en fruit helpen ook niet alleen de bloeddruk te verbeteren, ze bevatten ook nog eens weinig calorieën. De vezels uit groente en fruit zorgen voor een voldaan gevoel, helpen je op gewicht te blijven, en zorgen voor een goede stoelgang

 

Groente en fruit uit blik, pot of diepvries zijn prima alternatieven voor verse groente en fruit. Ze bevatten ongeveer evenveel vitamines. Let wel op dat er geen suiker aan de producten is toegevoegd.
Groente en fruit in sauzen, sappen en smoothies bevatten daarentegen vaak wat minder voedingsstoffen dan het onbewerkte product. Ze tellen daarom samen maar voor maximaal de helft mee voor de aanbevolen hoeveelheid groente en fruit, ook al gebruik je er meer van.

 

Vak 2: Aardappelen, rijst, brood en pasta.

Dit vak omvat brood, ontbijtgranen, aardappelen, peulvruchten en graanproducten zoals rijst en pasta. Deze helpen je om onmisbare voedingsstoffen binnen te krijgen, zoals koolhydraten, eiwitten, vezels, B-vitamines, calcium en ijzer.

Varieer zo veel mogelijk tussen verschillende producten met vezels, zoals aardappelen, couscous, volkorenproducten (zoals volkorenbrood, volkoren pasta en zilvervliesrijst) en peulvruchten. Peulvruchten leveren binnen dit vak de meeste vezels. Kies binnen de categorie brood bij voorkeur voor volkorenbrood en roggebrood.

 

Vak 3: Water.

In dit vak horen water, thee, koffie, melk en vruchtendranken. Water is nodig om de vochtbalans van het lichaam gezond te houden. Het lichaam heeft dagelijks water nodig om vochtverliezen zoals via urine en zweet, aan te vullen. Voldoende vocht is bovendien ook nodig voor het regelen van de lichaamstemperatuur. Door zweten raakt je lichaam overtollige warmte kwijt. Ook is voldoende vocht nodig voor het transport van voedingstoffen in het bloed en het afoeren van afvalstoffen met de urine. Het helpt ook bij de opname van voedingdstoffen in de darm.

Alle dranken tellen mee bij de dagelijkse inname van vocht, bijvoorbeeld water, koffie, thee, melkproducten, vruchtensappen en frisdrank. Let er wel op dat de ene soort bevat wel meer calorieën dan de andere.

De voorkeur gaat naar water, thee en koffie zonder suiker of melk. Als je voor frisdrank kiest, kun je beter goed opletten op de hoeveelheid energie. Kies voor drankjes met een max. van 30 kcal per 100 ml. Vruchtensappen bevatten vaak meer calorieën per 100 ml. Beperk het aantal sapjes daarom tot 1 glas per dag. Wees matig met alcoholische dranken. Voor vrouwen geldt maximaal 1 glas en voor mannen maximaal 2 glazen per dag.

 

Vak 4: Halvarine, margarine en oliën.

Dit vak bevat alle vetten en oliën die gebruikt worden bij het smeren van brood en het bereiden van de maaltijden. Hierbij kan je denken aan bakboter, halvarine of zonnebloemolie. Het eten van deze producten helpt je om voedingsstoffen binnen te krijgen, zoals vitamine A (belangrijk voor de aanmaak van je huid, goede werking van je ogen, voor de groei en je weerstand), D (belangrijk voor je botten en het goed functioneren van de cellen in je lichaam), E en essentiële vetzuren. Dit zijn vetzuren die je lichaam zelf niet aan kan maken. Hierbij moet je wel goed letten op de verhouding van verzadigd vet en onverzadigd vet! Kies producten met zo min mogelijk verzadigd vet. Dat zijn de zachte soorten vet.


Voor op brood heeft halvarine de voorkeur: het heeft een laag vetgehalte en levert daardoor minder calorieën. Aan halvarine en margarine wordt vitamine A en vitamine D toegevoegd. Smeer je geen halvarine of margarine op brood, gebruik dan het liefst vloeibare margarine uit een knijpfles. Ook hierbij worden vitamines toegevoegd.

Gebruik voor het frituren vloeibaar frituurvet of olie in plaats van hard frituurvet.
 

Vak 5: Zuivel, vlees, vis en vervangers.

In dit vak horen vlees, vleeswaren, vis, melk, melkproducten, kaas, ei en vleesvervangers. Het eten van deze producten helpt je om essentiële voedingsstoffen binnen te krijgen, zoals eiwitten, visvetzuren, ijzer, calcium en B-vitamines. Vlees en vleesvervangers leveren vooral eiwitten op. Deze zijn hard nodig als bouwstof in de cellen en voor de aanmaak van bijvoorbeeld spierweefsel in je lichaam. Ook levert Vlees ijzer op, wat goed door het lichaam kan worden opgenomen en daarmee bloedarmoede voorkomt. Daarnaast heb je ook melk en melkproducten die naar eiwitten ook veel calcium leveren, wat heel belangrijk is voor de groei en ontwikkeling van je botten.
Als laaste heb je ook vis, wat de kans op hart- en vaatziekten verkleint. Het is daarom van belang dat men 2 keer per week vis eet, waarvan ten minste 1 keer vette vis is.

 

Let wel op: vlees, vleeswaren, kaas, melk en melkproducten kunnen veel verzadigd vet bevatten. Kies daarom bij vlees en zuivel wel voor de magere varianten, omdat hier minder verzadigd vet in zit.

Eieren bevatten onder andere veel eiwit en vitamines. Maar in eieren zit ook cholesterol. Zo’n 3 tot 4 eieren per week passen prima in een gevarieerd, gezond eetpatroon.

 

(Voedingscentrum, z.d.)

bottom of page