Waarom is bewegen belangrijk?

Dat regelmatige beweging goed voor je is, is iets wat inmiddels bij iedereen wel bekend is. Toch zien we vele het nog niet doen: feit blijft dat weten nog geen willen en doen is (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2014).
Bewegen is belangrijk voor je fysieke én gezondheid. Oké, maar waarom is het dan belangrijk voor je gezondheid? Waarom zou je nou precies moeten bewegen? In de hoop om de motivatie bij sommige onder ons eens wat te vermeerderen gaan we jullie vertellen waarom men meer zou moeten bewegen.

Bewegen heeft, zowel op de lange als korte termijn een positief effect op onze gezondheid. Door te bewegen worden de spieren en de bloedomloop gestimuleerd. Je lichaam krijgt meer zuurstof binnen met het gevolg dat je je beter zult voelen en dat de bloedvaten en hart in conditie blijven. Ook zul je meer energie krijgen (Universiteit Twente, z.d.).

Hieronder vind je enkele voordelen van bewegen nog een keer op een rijtje;

• Het verkleint de kans op hart- en vaatziekten

• het verlaagt het cholesterolgehalte in je bloed

• het verlaagt de bloeddruk

• je blijft beter op gewicht

• het zorgt voor krachtigere botten en sterkere spieren

• je spijsvertering werkt beter

• het verkleint de kans op verschillende soorten kanker

• je hebt minder kans op ongevallen of blessures

• je voelt zich meer ontspannen

• je bent beter bestand tegen stress en depressies

• je slaapt beter

• je bent minder moe

(Universiteit Twente, z.d.)

Te weinig bewegen, ook wel bewegingsarmoede genoemd, bevorderd een vroegtijdige veroudering van ons lichaam, zoals een vroegtijdige afname van onze fysieke fitheid en cognitieve prestatievermogen. Ook is aangetoond dat bewegen tot een vermindering van milde en matige vormen van depressie kan leiden (Greef, z.d.)

En zo veel moeite hoeft het niet eens te kosten! Je beweegt al voldoende wanneer je minimaal vijf dagen in de week, 30 minuten matig intensief beweegt.
Je beweegt matig intensief wanneer je een iets hogere hartslag krijgt en sneller gaat ademhalen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan stevig wandelen, achter de hond aan rennen of fietsen. Sporten is dus niet per se nodig om aan deze norm te voldoen (30 minuten bewegen, z.d.).